Op 23 november is alweer een haikuvriendin overleden. Truus de Fonkert. Ik kende Truus van de haikukern Rotterdam die ze voor het laatst in september bezocht, maar waaraan ze per post tot op het allerlaatst bleef meedoen. Truus was al een hele tijd ziek, maar de laatste maanden breidde haar ziekte zich snel uit. Afgelopen woensdag overleed ze op 81-jarige leeftijd.
Ik zal me Truus herinneren als een vrouw die op zachte toon, rustig héél duidelijk kon maken wat ze dacht van een haiku. Op bedachtzame, respectvolle toon. Binnen de haikukern werd de term Truusiaanse haiku’s een gevleugelde uitdrukking. Haar haiku’s waren vrijwel altijd herkenbaar als duidelijk haiku van Truus. Ik zal haar missen. Hieronder een aantal Truusiaanse haiku’s, afgesloten met haar laatste haiku die ook op haar rouwkaart te vinden is.
Voortdurend aanspraak:
in de tas op haar schoot
een draagbaar hondje
in de tas op haar schoot
een draagbaar hondje
(Truus de Fonkert, in De maan onder handbereik, Haikukern Rotterdam, 2002)
De oude mevrouw —
voorzichtig draagt ze
een tasje met niks
voorzichtig draagt ze
een tasje met niks
Overrijp aan de boom —
de perenkontjes
vol wespenhapjes
de perenkontjes
vol wespenhapjes
Buitenland,
mijn hollandse woordjes
tegen een vreemde poes
mijn hollandse woordjes
tegen een vreemde poes
Op het tegelpad
vlierbesvogelpoepjes
alsof het feest is
vlierbesvogelpoepjes
alsof het feest is
(Truus de Fonkert, in Een tasje met niks, Haikukern Rotterdam, 2008)
Haar laatste haiku:
Herfstbladeren —
verrimpeld en vergeeld
waaien ze weg, waai ik weg
verrimpeld en vergeeld
waaien ze weg, waai ik weg
(Rouwkaart Truus de Fonkert)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten